De familie Kruijs schrijft geschiedenis
Op dinsdag veertien juli 1767 werd in het gezin van Claas Kruys en Grietje Otten aan het Oosteinde een jongetje geboren en ze noemden hem Jan. Jan groeide op in een welgesteld koopmansgezin met een winkel aan huis waar linnen en andere goederen werden verkocht. Vader Claas' handel was ook in het buitenland bekend en hij leverde onder andere aan Hamburg, Frankfurt, Straatsburg en Allicante. Jan doorliep de enige school in Vriezenveen, de Middenschool, die toen nog achter de kerk stond. Jan was geïnteresseerd in de schrijfkunst. Dat was niet zo vreemd want dat schrijven zat in de familie.
In de tweede helft van de 18e eeuw traden leden van de familie Kruys uit hun schaduw en stapten in het front van de Vjeanse samenleving. Zij bekleedden gedurende enkele eeuwen ambtelijke en/of bestuurlijke functies; in de handel opereerden zij nationaal en internationaal en ook hadden zij hoge posities in het leger. De familie Kruijs was intellectueel, belezen en ontwikkeld op cultureel en literair gebied. De schrijfkunst vond men belangrijk en werd gestimuleerd. Meerdere familieleden Kruijs, mannen en vrouwen, in opvolgende generaties, hielden dagboeken bij. Zij vermeldden feiten vanuit hun posities, functies of ambten, maar ook over de invloed van het weer op oogst en vee, de leefomstandigheden destijds als ook bijzondere aangelegenheden en verwikkelingen van andere Vriezenveners.
Een exponent van deze familie is genoemde Jan Kruijs. Zijn geschreven nalatenschap geeft meer dan bij de anderen een duidelijk beeld van de tijd waarin hij leefde. Het archief van het Historisch Museum Vriezenveen bevat een groot deel van de geschreven nalatenschap van de familie Kruijs (dagboeken, documenten en later verkregen correspondentie).
Vader Claas was koopman bij de firma Kruijs, Engberts & Zn. Toen Jan veertien jaar oud was vertrok hij naar Sint Petersburg waar hij, samen met zijn broer Johannes, werkte in de zaak van zijn vader. Na acht jaar Rusland, van 1781 tot 1789, vond hij het genoeg en keerde terug. Hij kreeg een aanstelling bij het handelskantoor ten Cate en Vollenhove in Amsterdam, waar hij vijf jaar met veel plezier werkte. Van bediende bracht hij het tot boekhouder. In mei 1793 trouwde hij daar met Anna Broers. Zij overleed datzelfde jaar in het kraambed na een zware bevalling van een doodgeboren kindje. In 1795 trouwde hij in Amsterdam met zijn tweede vrouw Maria Jacoba Ursinus Grevenstein. Bij zijn tweede vrouw kreeg Jan 11 kinderen. De eerste twee werden geboren in Amsterdam en de anderen in Vriezenveen. De eerste overleed bij de geboorte. Jan speculeerde met handelswaar in koffie en rijst en thuis hadden ze een winkeltje. Beide zaken liepen niet goed en hij keerde in 1799 terug naar Vriezenveen.
In Vriezenveen pakte hij zijn oude beroep van koopman weer op en hij deed ook nog andere klussen (1799-1813). Hij bouwde een gruttersmolen die hij 15 jaar later weer verkocht (1813-1828). Hij woonde inmiddels weer in de ouderlijke boerderij en zijn zaken liepen voorspoedig.
Jan Kruijs was van 1818 tot 1825 de laatste schout van Vriezenveen en van 1825 tot eind 1830 de eerste burgermeester. In deze periode produceerde hij zijn bekende dagboeken. Op 22 december 1830 overleed hij thuis aan het Oosteinde 148 te Vriezenveen op 62 jarige leeftijd.