Hoogste punt in Vriezenveen
Het hoogste punt van de gemeente Vriezenveen ligt in Bruinehaar, vlak bij de grens met Duitsland. De uitgang “haar” wijst op een zandrug. Een zandrug te midden van destijds uitgestrekte venen, waarop ook het buurtschap “De Striepe” ligt dat tot het graafschap Bentheim behoort. Die zandrug meet in Nederland als hoogste punt ruim 27 meter boven NAP. Een oude kaart met boerderijen en percelen van het oorspronkelijke Bruinehaar is hierboven afgebeeld, een gebied tussen de N343 en de Duitse grens. De grens is als oranje lijn duidelijk te zien evenals de grenspalen 97 en 98. Ook “De Striepe” is aangegeven. In 1677 is er voor de eerste keer sprake van “Broune Haer” en wel in een akte over de bezittingen van de graaf van Almelo.
De Striepe en Bruinehaar vormden sociaal en geografisch gezien één geheel. Geografisch omdat ze op dezelfde zandrug liggen en sociaal omdat er noaberplicht was, er over en weer getrouwd werd, en omdat kinderen uit beide buurtschappen naar dezelfde school gingen. Een privé school overigens, die rond 1780 door de boeren uit Bruinehaar en De Striepe is opgericht en bekostigd. Bijna dus de oudste school in Vriezenveen. Alleen de Middenschool is ouder (1754).
Bruinehaar bestond destijds uit een stuk of vier boerderijen rond een brink en een kerkhof. Het schooltje is verdwenen. De boerderijen op Striepeweg 1, 3 en 5 bestaan nog, evenals het kerkhof. Voor de ontwikkeling van het huidige Bruinehaar dat ten zuiden van de N343 ligt is Piet Leenders uit De Krim van groot belang geweest omdat hij in 1938 van de Graaf van Almelo 330 hectare veengrond kocht dat hij door de Nederlandse Heidemij liet ontginnen.
Het oude Bruinehaar is te bereiken door de Oude Hoevenweg in De Pollen af te rijden en de N343 over te steken naar de Striepeweg. Links van die weg bevindt zich een groot heidegebied. Middenin deze heide staat nog een steen die het hoogste punt markeert.
Vele jaren was de heide van Bruinehaar samen met die van De Striepe het weidegebied voor de schapen van het Cisterciënzerklooster Galilaea Maior te Sibculo. De monniken daar hielden een kudde van meer dan 1000 schapen.
Het Klooster was belangrijk voor deze regio en had veel bezittingen, reden waarom bij grensconflicten in dit gebied steeds de graaf van Bentheim, de graaf van Almelo en het klooster van Sibculo betrokken waren. Ook Vriezenveense boeren deden zaken met het klooster en verkochten er zelfs delen van hun land aan.
Het Klooster raakte in verval na de Unie van Utrecht in 1579 maar leeft heden nog voort in straatnamen, bijvoorbeeld de Paterswal, een zandrug door het veen die door de monniken gebruikt werd op hun tocht naar het Sint Antonius klooster in Albergen.
Bruinehaar kent nog steeds een rijke natuur. Waarschijnlijk was dat de reden dat
ridder Huyssen van Kattendijke, voormalig burgemeester van Vriezenveen, er woonde.