Wie van de drie
Let u wel eens op onze monumenten? En herkent u ze? Weet u wie welke van bovenstaande torens de watertoren van Vriezenveen is? Watertorens waren belangrijk voor het leveren van een constante waterdruk. Onze watertoren aan de Bouwmeesterstraat is 40 meter hoog en levert een constante druk van 40Newton/cm2. Eigenlijk leverde, want de watertoren is buiten gebruik. Dat geldt voor veel watertorens in Nederland, alhoewel niet voor alle. Watertorens zijn vervangen door voorraadkelders en sterke pompen. Het pompstation voor Vriezenveen staat ook aan de bouwmeesterstraat, direct buiten de bebouwde kom, op nummer 53. Net als vroeger wordt het water gehaald vanuit het Wierdense veld. De torens zijn nu vooral industrieel erfgoed en ze zijn van architectonische waarde. Onze watertoren is gebouwd en ontworpen door architect Hendrik Sangster, evenals de andere twee torens op de foto. Sangster was een bekend architect en onze toren is dan ook een gemeentelijk monument. Civiel ingenieur Sangster begon in Brabant met de bouw van watertorens. Zijn belangrijkste werken dateren uit de jaren 1924 tot 1927 en werden door hem in art-decostijl ontworpen. Hij bouwde ook andere werken zoals villa Eerder Esch op het landgoed Eerde, het raadhuis in Raamsdonkveer en de uitbreiding van zwembad Mauritskade in Den Haag. Hij hield zich zelfs bezig met de locatie, het ontwerp en de aankleding van vliegvelden en schreef over een uitschuifbare looptunnel om droog een vliegtuig binnen te komen. In Vriezenveen bracht Christiaan Bernard Tilanus (inderdaad, van Jansen & Tilanus) het gebrek aan goed drinkwater en bluswater al in 1915 aan de orde in de gemeenteraad. Misschien ook geïnspireerd door de gebeurtenissen rond de grote brand in 1905. Drinkwater werd tot dan per erf als grondwater opgepompt of als regenwater opgevangen. Duurdere huizen hadden hiervoor een speciale waterkelder. Het bekende Harmsenhuis aan het Westeinde heeft nog zo’n kelder. De gemeente deed onderzoek, kwam uit op een kostenpost van fl 150.000,= en vond een waterleiding systeem te duur. Pas in 1931 werd een nieuw plan aangenomen en in 1933 werd de watertoren aan de bouwmeesterstraat gebouwd (de meest rechtse foto) om de distributie van water via het leidingsysteem te ondersteunen. Vriezenveen liep daarmee in de pas met andere gemeenten. Stedelijke gebieden hadden eerder leidingwater. Almelo bijvoorbeeld al in 1893. De aanleg in het buitengebied volgde veel later. In 1913 werd hiervoor het “Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening” opgericht. Een rapport van dit bureau zorgde er 8 juni 1920 voor dat de provincie Overijssel besloot de drinkwatervoorziening zelf te starten. Eigenlijk was de hele periode 1913 tot 1939 de periode waarin streekwaterleidingen tot in het buitengebied werden aangelegd.