top of page

De nachtwacht


Foto 1931. Zittend v.l.n.r: Klinge, Bouwmeester, Padberg. Staand v.l.n.r: Bruggeman, Webbink, van Langevelde

Vriezenveen had ook zijn nachtwacht. Niet zo mooi als die van Amsterdam, welke door Rembrandt in beeld is gebracht. Maar toch. Met een andere belichting en een hondje erbij had onze Vriezenveense schilder Jaspers Fayer er vast ook een mooi schilderij van kunnen maken.

De nachtwacht heeft eeuwenlang een rol gespeeld bij het ontdekken van onraad tijdens de nachtelijke uurtjes. Vroeger had je de klepperman die bij ongeregeldheden de ratel bediende om mensen te wekken, op het gevaar te wijzen, en om de schout te waarschuwen dat er iets aan de hand was. De klepperman was eigenlijk de eerste nachtwacht.

Daarnaast was er de schutterij om de burgerij tegen allerlei kwaad te beschermen. In de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1569-1795) had Vriezenveen al een heuse schutterij.

Vrij snel na de Franse tijd (1795-1813) werden er in 1819 in Vriezenveen vier nachtwachten aangesteld met een jaarsalaris van 16 gulden. Voor overdag kon de gemeente beschikken over één veldwachter. Vriezenveen was destijds verdeeld in zes wijken. Per wijk was er een wijkmeester die onder andere moest controleren of de nachtwachten wel alert genoeg waren. Dit werd aan de schout gerapporteerd.

Naast de reguliere nachtwacht was er de buitengewone nachtwacht. Die functie werd ingesteld omdat Vriezenveen van Oosteinde tot Westeinde zo lang was en omdat het grensgemeente was. Direct na de Franse tijd trokken er nog allerlei vreemde troepen door het grensgebied. De buitengewone nachtwacht was een burgerplicht, niemand was vrij van die dienst. Maar er waren uitzonderingen. De schout zelf , de gemeenteraadsleden, predikanten, gemeentesecretaris, bodes, veldwachters, schoolmeesters, dokters en vroedvrouwen hoefden geen nachtwacht te lopen. De nachtwacht moest controleren of er zich geen rare dingen voordeden. En als er bij iemand thuis na twaalf uur nog licht brandde, dan waren ze verplicht om aan te kloppen en te vragen of alles in orde was.

Tientallen jaren heeft men zich in Vriezenveen moeten behelpen met 1 veldwachter voor de hele gemeente. In de periode 1851 tot 1854 bevonden zich vele vreemde arbeiders in Vriezenveen door de graafwerkzaamheden aan het Overijssels kanaal en de aanleg van de kunstweg naar Almelo. In dat soort situaties kreeg de veldwachter hulp van twee of drie marechaussees. Vanaf 1857 werd het politietoezicht versterkt door de stationering van een rijksveldwachter en de aanstelling van een paar onbezoldigde veldwachters. Rijksveldwachters mochten boeven ook buiten de gemeentegrenzen achtervolgen. De sterkte van het politietoezicht bleef voor een uitgebreide plattelandsgemeente als Vriezenveen echter steeds krap. Vandaar dat de nachtwacht in Vriezenveen tot 1955 heeft bestaan.

De complete geschiedenis van de Hermandad in Vriezenveen is beschreven door Hessel Boonstra en staat op http://www.oudvriezenveen.nl/verhalen/de-politie-van-vriezenveen.

Recente berichten
Archief
Zoek op type
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page